Het lot het vraagt als de Sfinx uit het klassieke drama om een antwoord. Het neemt geen genoegen met sussende woorden, het laat zich niet met een kluitje in het riet sturen, het blijft een antwoord vragen. En evenals de Sfinx verslindt het lot alles wat geen eigen antwoord geeft. Wie geen antwoord geeft wordt overgenomen; hij wordt het kind van zijn ouders, de kwalen van zijn lichaam, de stand van zijn bankrekening, een auto in de berm. Wie geen antwoord geeft wordt slachtoffer van het lot.
Uit het boek ‘het lot en de liefde’ van Hans Korteweg
zaterdag 4 juli 2009
goddelijk vonk
In contact zijn met je goddelijke vonk, je diepere interne bron, je essentiele kern is voorbij ademen aan je eigen beschermingmechanismen van pijn en verdriet.
buber
de schat is daar waar men staat
Om de verantwoording voor het geleefde te ontlopen, wordt 't bestaan zelf tot een schuilplaats gemaakt. terwijl de mens zich probeert te verbergen, verbergt die zich voor zichzelf. Wanneer de mens bekent "ik heb mij verborgen" , daarmee begint de weg van de mens.
Om de verantwoording voor het geleefde te ontlopen, wordt 't bestaan zelf tot een schuilplaats gemaakt. terwijl de mens zich probeert te verbergen, verbergt die zich voor zichzelf. Wanneer de mens bekent "ik heb mij verborgen" , daarmee begint de weg van de mens.
Het lichaam liegt niet
"Als je een levend lichaam hebt, kan niemand je vertellen hoe je de wereld moet ervaren. En niemand kan je vertellen wat waarheid is, omdat je deze zelf ervaart. Het lichaam liegt niet."
Stanley Keleman
Stanley Keleman
vrijdag 3 juli 2009
Delf mijn gezicht op
Delf mijn gezicht op, maak mij mooi.
Wie mij ontmaskert zal mij vinden.
Ik heb gezichten, meer dan twee,
ogen die tasten in den blinde,
harten aan angst voor angst ten prooi.
Delf mijn gezicht op, maak mij mooi.
Delf mijn gezicht op, maak mij mooi.
Wie wordt ontmaskerd wordt gevonden
en zal zichzelf opnieuw verstaan
en leven bloot en onomwonden,
aan niets en niemand meer ten prooi.
Delf mijn gezicht op, maak mij mooi.
Huub Oosterhuis
Wie mij ontmaskert zal mij vinden.
Ik heb gezichten, meer dan twee,
ogen die tasten in den blinde,
harten aan angst voor angst ten prooi.
Delf mijn gezicht op, maak mij mooi.
Delf mijn gezicht op, maak mij mooi.
Wie wordt ontmaskerd wordt gevonden
en zal zichzelf opnieuw verstaan
en leven bloot en onomwonden,
aan niets en niemand meer ten prooi.
Delf mijn gezicht op, maak mij mooi.
Huub Oosterhuis
Herinnering
Herinnering - Hans Stolp
Omkijken? Liever niet.
Want kijken, echt kijken
doet pijn. Je voelt weer
hoe het was, de pijn, het gemis.
Omkijken? Liever niet.
En als het moet dan maar
gewapend als beton, met
droge ogen, jij er niet bij.
Herinnering. Zonder tranen
gaat het niet. Maar door
de tranen heen blijft liefde
levend, vind jij jezelf terug.
Herinnering. Alleen wie om
kan kijken, kan vooruit zien.
Wie tranen zaait, zal licht
en toekomst oogsten.
Hans Stolp
Omkijken? Liever niet.
Want kijken, echt kijken
doet pijn. Je voelt weer
hoe het was, de pijn, het gemis.
Omkijken? Liever niet.
En als het moet dan maar
gewapend als beton, met
droge ogen, jij er niet bij.
Herinnering. Zonder tranen
gaat het niet. Maar door
de tranen heen blijft liefde
levend, vind jij jezelf terug.
Herinnering. Alleen wie om
kan kijken, kan vooruit zien.
Wie tranen zaait, zal licht
en toekomst oogsten.
Hans Stolp
Het kleine meisje
Het kleine meisje komt al heel lang bij haar, de buurvrouw in het dorp waar ze woont. Bij haar stelt ze al haar vragen. Op een zekere dag glinsteren haar heldere ogen en ze vraagt: 'Waarom hebben alle dingen een naam?''
Zij antwoordt:
'Jouw ouders hebben jou een naam, gegeven
En omdat je een naam hebt, kan ik je roepen
En als ik je roep, dan kan je komen
En als je komt, kan ik je vasthouden
En als ik je vasthoud, dan kan ik je loslaten. '
'Ja', zegt het meisje blij, 'dat is waar'.
Zij antwoordt:
'Jouw ouders hebben jou een naam, gegeven
En omdat je een naam hebt, kan ik je roepen
En als ik je roep, dan kan je komen
En als je komt, kan ik je vasthouden
En als ik je vasthoud, dan kan ik je loslaten. '
'Ja', zegt het meisje blij, 'dat is waar'.
Le véritable voyage
Marcel Proust (1871-1922)
Le seul véritable voyage, le seul bain de Jouvence, ce ne serait pas d'aller vers de nouveaux paysages, mais d'avoir d'autres yeux, de voir l'univers avec les yeux d'un autre, de cent autres, de voir les cent univers que chacun d'eux voit, que chacun d'eux est.
Le seul véritable voyage, le seul bain de Jouvence, ce ne serait pas d'aller vers de nouveaux paysages, mais d'avoir d'autres yeux, de voir l'univers avec les yeux d'un autre, de cent autres, de voir les cent univers que chacun d'eux voit, que chacun d'eux est.
De intuïtieve geest
De intuïtieve geest is een godsgeschenk,
en het rationele verstand is een dienaar.
Wij hebben een maatschappij geschapen
die de dienaar vereert en het geschenk is vergeten.
(Albert Einstein)
en het rationele verstand is een dienaar.
Wij hebben een maatschappij geschapen
die de dienaar vereert en het geschenk is vergeten.
(Albert Einstein)
Keer terug
Gedicht van Jalal ad-Din Rumi, een Perzische dichter en mysticus:
Keer terug
Kom, kom, wie je ook bent.
Zwerver, minnaar,
liefhebber van het heengaan.
Het maakt niet uit.
Dit is geen karavaan van de wanhoop.
Kom, ook al heb je je belofte al duizend keer gebroken.
Keer terug, keer terug, elke keer weer!
Keer terug
Kom, kom, wie je ook bent.
Zwerver, minnaar,
liefhebber van het heengaan.
Het maakt niet uit.
Dit is geen karavaan van de wanhoop.
Kom, ook al heb je je belofte al duizend keer gebroken.
Keer terug, keer terug, elke keer weer!
Sensation
Jean-Nicolas Arthur Rimbaud
Par les soirs bleus d'été, j'irai les sentiers,
Picoté par les blés, fouler l'herbe menue:
Rêveur, j'en sentirai la fraîcheur à mes pieds.
Je laisserai le vent baigner ma tête nue.
Je ne parlerai pas, je ne penserai rien:
Mais l'amour infini me montera dans l'âme,
Et j'irai lion, bien lion comme un bohémien,
Par la Nature, - heureux comme avec une femme
(Mars 1870)
Gevoel
Ik zal op pad gaan in het zomers avondblauw,
Geprikt door korenaren over dun gras lopen:
Verdroomd zal ik mijn voeten drenken in de dauw
En ik zal door de wind mijn haren laten dopen.
Elk woord, elke gedachte zal me dan vergaan:
Maar weidse liefde zal zich in mijn ziel verbreiden
En als een vagebond zal ik ver, heel ver gaan
Door de Natuur verblijd alsof een vrouw me leidde.
(Uit: Gedichten, vertaald door Paul Claes, Polak & Van Gennep)
Feelings
On a blue summer night I will go through the fields,
Through the overgrown paths, in the soft scented air;
I will feel the new grass cool and sharp on my feet,
I will let the wind blow softly through my hair.
I will not say a word, I will not think a thing,
But an infinite love will set my heart awhirl,
And I will wander far, like a wild vagabond,
Throughout Nature - happy as if I had a girl.
Par les soirs bleus d'été, j'irai les sentiers,
Picoté par les blés, fouler l'herbe menue:
Rêveur, j'en sentirai la fraîcheur à mes pieds.
Je laisserai le vent baigner ma tête nue.
Je ne parlerai pas, je ne penserai rien:
Mais l'amour infini me montera dans l'âme,
Et j'irai lion, bien lion comme un bohémien,
Par la Nature, - heureux comme avec une femme
(Mars 1870)
Gevoel
Ik zal op pad gaan in het zomers avondblauw,
Geprikt door korenaren over dun gras lopen:
Verdroomd zal ik mijn voeten drenken in de dauw
En ik zal door de wind mijn haren laten dopen.
Elk woord, elke gedachte zal me dan vergaan:
Maar weidse liefde zal zich in mijn ziel verbreiden
En als een vagebond zal ik ver, heel ver gaan
Door de Natuur verblijd alsof een vrouw me leidde.
(Uit: Gedichten, vertaald door Paul Claes, Polak & Van Gennep)
Feelings
On a blue summer night I will go through the fields,
Through the overgrown paths, in the soft scented air;
I will feel the new grass cool and sharp on my feet,
I will let the wind blow softly through my hair.
I will not say a word, I will not think a thing,
But an infinite love will set my heart awhirl,
And I will wander far, like a wild vagabond,
Throughout Nature - happy as if I had a girl.
Wandelaar
Wandelaar, je sporen
zijn de weg, en zij alleen;
wandelaar, er is geen weg
de weg ontstaat in het gaan.
Gaandeweg ontstaat de weg,
en als je omkijkt
zie je de baan die nooit meer betreden zal worden.
Wandelaar, er is geen weg
slechts een kielzog in de zee.
Antonio Machado (1875-1939)
Provérbios y Cantares
zijn de weg, en zij alleen;
wandelaar, er is geen weg
de weg ontstaat in het gaan.
Gaandeweg ontstaat de weg,
en als je omkijkt
zie je de baan die nooit meer betreden zal worden.
Wandelaar, er is geen weg
slechts een kielzog in de zee.
Antonio Machado (1875-1939)
Provérbios y Cantares
Vele wegen kent het leven
Vele wegen kent het leven, maar van al die wegen is er één die jij te gaan hebt.
Die éne is voor jou. Die ene slechts.
En of je wilt of niet, dié weg heb jij te gaan.
De keuze is dus niet de weg, want die koos jou.
De keuze is de wijze hoe die weg te gaan.
Met onwil om de kuilen en stenen,
met verzet, omdat de zon een weg
die door ravijnen gaat, haast niet bereiken kan.
Of met de wil om aan het einde van die weg milder te zijn, en wijzer, dan aan het begin.
De weg koos jou, kies jij hem ook?
Hans Stolp
naar Dag Hammarskjold.
Die éne is voor jou. Die ene slechts.
En of je wilt of niet, dié weg heb jij te gaan.
De keuze is dus niet de weg, want die koos jou.
De keuze is de wijze hoe die weg te gaan.
Met onwil om de kuilen en stenen,
met verzet, omdat de zon een weg
die door ravijnen gaat, haast niet bereiken kan.
Of met de wil om aan het einde van die weg milder te zijn, en wijzer, dan aan het begin.
De weg koos jou, kies jij hem ook?
Hans Stolp
naar Dag Hammarskjold.
Mijn vader sterft
Mijn vader sterft; als ik zijn hand vasthoud, voel ik de botten door zijn huid heen steken.
Ik zoek naar woorden, maar hij kan niet spreken en is bij elke ademtocht benauwd.
Dus schud ik kussens en verschik de deken, waar hij met krachteloze hand in klauwt; ik blijf zijn kind, al word ik eeuwen oud, en blijf als kind voor eeuwig in gebreke.
Wij volgen één voor één hetzelfde pad,
en worden met dezelfde maat gemeten;
ik zie mijzelf nu bij zijn bed gezeten
zoals hij bij zijn eigen vader zat:
straks is hij weg, en heeft hij nooit geweten hoe machteloos ik hem heb liefgehad.
Rawie
Ik zoek naar woorden, maar hij kan niet spreken en is bij elke ademtocht benauwd.
Dus schud ik kussens en verschik de deken, waar hij met krachteloze hand in klauwt; ik blijf zijn kind, al word ik eeuwen oud, en blijf als kind voor eeuwig in gebreke.
Wij volgen één voor één hetzelfde pad,
en worden met dezelfde maat gemeten;
ik zie mijzelf nu bij zijn bed gezeten
zoals hij bij zijn eigen vader zat:
straks is hij weg, en heeft hij nooit geweten hoe machteloos ik hem heb liefgehad.
Rawie
noche noche doesjie klein
noche noche doesjie klein
droemie droemie zacht
suja suja kindje klein
luna luna nacht
droemie droemie zacht
suja suja kindje klein
luna luna nacht
It is a gift from the wild.
It is a gift from the wild.
A herd of deer grazes in the forest clearing. A twig snaps. Instantly the deer are alert - ready to flee in the forest. If cornered they might fight. Each animal becomes still. Muscles tensed, they listen and sniff the air. Then, deeming it insignificant they return to warming themselves in the morning sun and begin to vibrate in the upper part of the neck around the ears and then the vibration spreads down the chest, shoulders and the finally down into the abdomen, pelvis and hind legs. The deer moves through this rhythmic cycle dozens, perhaps hundred times a day.
Vrij naar Peter A. Levine
A herd of deer grazes in the forest clearing. A twig snaps. Instantly the deer are alert - ready to flee in the forest. If cornered they might fight. Each animal becomes still. Muscles tensed, they listen and sniff the air. Then, deeming it insignificant they return to warming themselves in the morning sun and begin to vibrate in the upper part of the neck around the ears and then the vibration spreads down the chest, shoulders and the finally down into the abdomen, pelvis and hind legs. The deer moves through this rhythmic cycle dozens, perhaps hundred times a day.
Vrij naar Peter A. Levine
Als de zalm
Als de zalm
Wanneer alles diep van binnen pijn doet en je alleen, tegenover je eigen beeld.
ziet dat het vervormd is door onbekende spiegels
wanneer dingen voor je schaduw wijken
wanneer je woord dat van een ander lijkt en je hartslag uit je lichaam vlucht
wanneer je handen ver van je weg zijn en je de afdruk van je voeten niet herkent
wanneer je het gezicht dat nadert bent vergeten
wanneer je niets meer waarneemt dan dode buitenkanten
ga dan als de zalm tegen de stroom in met alle razernij van je woede.
Wanhoop niet het water zal de stenen breken.
Chileens gedicht
Wanneer alles diep van binnen pijn doet en je alleen, tegenover je eigen beeld.
ziet dat het vervormd is door onbekende spiegels
wanneer dingen voor je schaduw wijken
wanneer je woord dat van een ander lijkt en je hartslag uit je lichaam vlucht
wanneer je handen ver van je weg zijn en je de afdruk van je voeten niet herkent
wanneer je het gezicht dat nadert bent vergeten
wanneer je niets meer waarneemt dan dode buitenkanten
ga dan als de zalm tegen de stroom in met alle razernij van je woede.
Wanhoop niet het water zal de stenen breken.
Chileens gedicht
Vandaag draak gedood
Vandaag draak gedood
religie gesticht
op een hoge koord gedanst
en twee meisjes gekust
En dat is uitzonderlijk
want meestal ligt mijn
durven onder
Donsdekens.
Miro
religie gesticht
op een hoge koord gedanst
en twee meisjes gekust
En dat is uitzonderlijk
want meestal ligt mijn
durven onder
Donsdekens.
Miro
kelder
Als we op de begane vloer zoeken
Wat in de kelder ligt opgeslagen,
Blijven we met lege handen zitten.
Autonomie is de kelder.
Als we bij onze partner zoeken
Wat we uit onszelf moeten halen
Doen we onszelf en de ander tekort.
De ander zal altijd falen
In zijn/haar poging om het toch te geven.
In de kelder ligt onze voorraad eigenheid
Daar moeten we zijn.
Wat in de kelder ligt opgeslagen,
Blijven we met lege handen zitten.
Autonomie is de kelder.
Als we bij onze partner zoeken
Wat we uit onszelf moeten halen
Doen we onszelf en de ander tekort.
De ander zal altijd falen
In zijn/haar poging om het toch te geven.
In de kelder ligt onze voorraad eigenheid
Daar moeten we zijn.
Mijn dochter en ik
Mijn dochter en ik
Terwijl ik lees voel ik mijn dochter kijken; ik laat niets merken en lees rustig door.
Haar leven doet zich helder aan mij voor:
het zal in alles op het mijne lijken.
Niets kan ik doen, opdat zíj zal bereiken wat ik, amper gevonden, weer verloor; geen vindt van het geluk méér dan een spoor, ook zij niet en ook zij zal het zien wijken.
Ik sluit het boek. Wij zitten naast elkaar; geen woorden tusschen ons; slechts, even maar, de glimlach van de een tegen de ander.
't Is of ik in mijn eigen oogen staar,
en wat daar staat, het is als water klaar, wanneer ik langzaam in mijzelf verander.
Ed Hoornik
Terwijl ik lees voel ik mijn dochter kijken; ik laat niets merken en lees rustig door.
Haar leven doet zich helder aan mij voor:
het zal in alles op het mijne lijken.
Niets kan ik doen, opdat zíj zal bereiken wat ik, amper gevonden, weer verloor; geen vindt van het geluk méér dan een spoor, ook zij niet en ook zij zal het zien wijken.
Ik sluit het boek. Wij zitten naast elkaar; geen woorden tusschen ons; slechts, even maar, de glimlach van de een tegen de ander.
't Is of ik in mijn eigen oogen staar,
en wat daar staat, het is als water klaar, wanneer ik langzaam in mijzelf verander.
Ed Hoornik
Stop all the clocks
Stop all the clocks, cut off the telephone,
Prevent the dog from barking with a juicy bone,
Silence the pianos and with muffled drum
Bring out the coffin, let the mourners come.
W. H. Auden
Prevent the dog from barking with a juicy bone,
Silence the pianos and with muffled drum
Bring out the coffin, let the mourners come.
W. H. Auden
Daarachter?
Daarachter? Boze wolven die huilen
om wat verloren ging, hun kaken
scheurensbereid
Anna Enquist, Bundel Jachtscenes
om wat verloren ging, hun kaken
scheurensbereid
Anna Enquist, Bundel Jachtscenes
Op school stonden ze…
Op school stonden ze op het bord geschreven; het werkwoord hebben en het werkwoord zijn; hiermee was tijd, was eeuwigheid gegeven, de ene werklijkheid de andre schijn.
Hebben is niets. Is oorlog. Is niet leven.
Is van de wereld en haar goden zijn.
Zijn is, boven die dingen uitgeheven,
vervuld worden van goddelijke pijn.
Hebben is hard. Is lichaam. Is twee borsten.
Is naar de aarde hongeren en dorsten.
Is enkel zinnen, enkel botte plicht.,
Zijn is de ziel, is luisteren, is wijken, is kind worden en naar de sterren kijken, en daarheen langzaam worden opgelicht.
Ed. Hoornik uit Het menselijk bestaan (1952)
Hebben is niets. Is oorlog. Is niet leven.
Is van de wereld en haar goden zijn.
Zijn is, boven die dingen uitgeheven,
vervuld worden van goddelijke pijn.
Hebben is hard. Is lichaam. Is twee borsten.
Is naar de aarde hongeren en dorsten.
Is enkel zinnen, enkel botte plicht.,
Zijn is de ziel, is luisteren, is wijken, is kind worden en naar de sterren kijken, en daarheen langzaam worden opgelicht.
Ed. Hoornik uit Het menselijk bestaan (1952)
Abonneren op:
Posts (Atom)