donderdag 4 juli 2013

De terp

Het is als de zee,
Ze trekt sterk,
En verafschuwd,
Een verstikkende golf,
Geschreeuw uit de diepte,
En daags na storm,
Eerste nog moederlijk gewieg,
Dan gladde spiegel,
Bedrieglijk onschuldig,

Zwijgend gaan ze te werk,
De Friesche klei, loodzwaar,
Wordt opgebracht,
De mannen begrijpen,
Straks bij springtij,
Met wassend water,
Biedt de terp,
De uitvlucht,
Voor de dood.

 

wij zijn......

“Wij zijn niets dan een schakel in een oneindige keten,
“Wij zijn niets dan een golf in een grenzeloze zee,
“Die waren wonen in ons, en wordende zingen mee,
“In de wondere wijze, die we ons leven heten”
 

Henriette Roland Holst , het spreekkoor “Kinderen van dezen tijd”.


Sprookje



Voor mijn moeder en dochtertje
Zij luisteren beiden naar haar oud verhaal,
wondere dingen komen aangevlogen
zichtbaar in hun verwijde ogen,
als bloemen drijvend in een schaal.
Er is een zachte spanning in hun wezen,
zij zijn verloren en verzonken in elkaar,
- het witte en het blonde haar -
geloof het maar, geloof het maar,
alles wat zij vertelt is waar
en nooit zal je iets mooiers lezen.


M. Vasalis,
Uit: De vogel Phoenix,
Uitgeverij van Oorschot 1949